Nov. 8th, 2009

estherhugenholtz: Me (Default)

Hoe seksistisch is de Torah?

In veel discussies is dit een terugkerend thema en vaak wordt Genesis (B’reesjiet) in het beklaagdenbankje gezet. Het relaas van Adam en Eva/Chawa zou bewijzen dat de Torah onvrouwvriendelijk is. Werd Chawa namelijk niet uit de rib van Adam geschapen?

(Gen. 2:22):  וַיִּבֶן יְהוָה אֱלֹהִים אֶת-הַצֵּלָע אֲשֶׁר-לָקַח מִן-הָאָדָם, לְאִשָּׁה; וַיְבִאֶהָ, אֶל-הָאָדָם. I

(“En Adonai God bouwde een vrouw uit de rib die Hij uit de Adam had genomen en bracht haar tot Adam” – mijn vertaling).

Het scheppen van Chawa uit de rib van Adam zou haar minderwaardigheid bewijzen. Maar het woord ‘tzelah’ – rib – kan ook met ‘zijkant’ worden vertaald. Dit nuanceverschil is belangrijk: want het woord zijkant draagt veel meer gelijkwaardigheid in zich dan rib. Staat Chawa niet meer ‘zij aan zij’ met Adam, als zijn ‘ezer k’negdo’ – zijn hulppartner - naast hem?

Een meer gelijkwaardige lezing van de tekst rijmt ook met Gen. 1:27:

וַיִּבְרָא אֱלֹהִים אֶת-הָאָדָם בְּצַלְמוֹ, בְּצֶלֶם אֱלֹהִים בָּרָא אֹתוֹ:  זָכָר וּנְקֵבָה, בָּרָא אֹתָם.

(“En God schiep de Adam/mens in Zijn evenbeeld, in het evenbeeld van God schiep Hij hen: mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” – mijn vertaling).  

Er is altijd van uitgegaan dat Genesis 1 en 2 met elkaar in tegenspraak zijn en in bijbel-wetenschappelijke kringen wordt dit verschil toegeschreven aan verschillende auteurs van de oorspronkelijke tekst. Toch kies ik er zo om het niet zo te lezen. Ik zie het contrast tussen Genesis 1 met zijn nadruk op gelijkwaardigheid niet als een contradictie met Genesis 2 waarin na verbanning uit Gan Eden de ongelijkwaardige rol van de vrouw wordt bezegeld. Ik zie Genesis 1 eerder als een ideaal en Genesis 2 als de meer weerbarstige werkelijkheid waarin zowel mannen en vrouwen vanaf het begin der tijden moesten zwoegen voor hun bestaan. Vervolgens ontstond hier een sociale werkelijkheid uit waarin vrouwen een ongelijkwaardige rol vervulden.

Descriptief is niet noodzakelijk prescriptief. Als Genesis 2 geen ideaal is maar een beschrijving van bittere realiteit, wat is dan de boodschap van Genesis 1? En wat betekent “zecher v’nekevah bara otam’ – mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen?

De rabbijnen die de midrasjiem (rabbijnse legenden uit de late Oudheid) schreven braken ook al hun hoofd hierover. Er zijn dan ook een legio aan interpretaties van hoe de eerste Mens geschapen is. Eén daarvan uit Midrasj B’reesjiet Rabba (hoofdstuk 8) is erg bijzonder:

“Rabbi Jirmia ben Elazar zei, in het uur [op het moment] dat de Heilige gezegend zij Hij de eerste mens schiep, schiep Hij hem als androgynos [omzijdig]. Rabbi Shmuel bar Nachman zei: op het moment dat de Heilige gezegend zij Hij de eerste Mens schiep, schiep Hij hem met twee gezichten. Hij spleet hem en maakte hem met twee ruggen [twee lichamen].” (Mijn vertaling)

Dus Adam als een omzijdig wezen of als Siamese tweeling? Niets gaat de rabbijnse verbeelding te boven. Het bijzondere is namelijk dat zij de Torah zo wel als goddelijk als multi- interpretabel zien. “Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” betekent in de rabbijnse gedachtewereld dat er één wezen moest zijn geweest die op de goddelijke operatietafel chirurgisch gescheiden werd. Zo verenigt de Midrasj Genesis 1 en 2: want ‘tzelah’ – rib of zijkant – wordt in deze analyse meegenomen. De eerste Mens werd gesplitst in mannelijk en vrouwelijk via het scheiden van de zijkanten. 

De operatie is gelukkig geslaagd en Adam en Chawa begonnen hun leven als unieke individuen, beiden in het evenbeeld van God. Met hulp van deze Midrasj lees ik mijn Torah niet als seksistisch maar als een prachtig verklaringsmodel voor de verschillen en overeenkomsten – en de intrinsieke gelijkwaardigheid – van de geslachten. Genesis 1 roept ons op om de wereld van Genesis 2 kritisch te bekijken. Want pas als wij als mensen weer geheel in balans zijn, met elk een beetje mannelijk en elk een beetje vrouwelijk in ons (wat dat ook voor ons moge betekenen) keren weer een beetje terug naar het oorspronkelijke ‘Hof van Eden’. Hoe mensen hun gender definiëren en invullen is hun eigen vrije keuze. Maar ik geloof dat de wereld er een stukje beter uit zouden kunnen zien als we elkaar weer kunnen zien voor wat we zijn: allen in het evenbeeld van God geschapen.


estherhugenholtz: Me (Default)

Er is tegenwoordig veel discussie over cultuur en cultuurrelativisme. Bij mijn studie culturele antropologie was het vraagstuk rondom cultuurrelativisme onvermijdelijk en ik moet toegeven dat ik het dilemma voor mijzelf nooit heb weten op te lossen. Is een cultuur uiting die ‘wij’ in het Westen onacceptabel vinden ergens anders wel acceptabel? In hoeverre laat je culturele factoren meewegen in je beoordeling van sociale rechtvaardigheid? En in hoeverre zijn er universele menselijke waarden? Kortom: wat is rechtvaardigheid en is dit absoluut of relatief?

De eerste man in de Torah die met dit netelige probleem te maken kreeg was Noach. Noach leefde in roerige tijden en het leven op aarde ging van kwaad tot erger:

 וַיַּרְא יְהוָה, כִּי רַבָּה רָעַת הָאָדָם בָּאָרֶץ, וְכָל-יֵצֶר מַחְשְׁבֹת לִבּוֹ, רַק רַע כָּל-הַיּוֹם.

 “En God zag hoe groot de slechtheid van de mens was op aarde en dat alle vormsels van zijn gedachten in zijn hart alleen maar de hele tijd slecht waren.” (Gen. 6:5 – mijn vertaling).

Vanwege het onethische gedrag van de mens kreeg God spijt van Zijn scheppingswerk en wilde Hij – als een impulsieve van Gogh die ontevreden is met zijn schilderkunst – de schepping uitwissen. Voordat Hij echter het mes in het canvas zette (of op de delete knop drukte) stelde Hij Noach aan om de boel te redden. Want ondanks de immoraliteit van de mensheid om hem heen, koesterde God hoop voor Noach. Immers was Noach een’ tzaddik’ (rechtvaardige) in zijn generatie:

וְנֹחַ, מָצָא חֵן בְּעֵינֵי יְהוָה.

 

אֵלֶּה, תּוֹלְדֹת נֹחַ--נֹחַ אִישׁ צַדִּיק תָּמִים הָיָה, בְּדֹרֹתָיו:  אֶת-הָאֱלֹהִים

 

”Maar Noach vond gunst in de ogen van de Eeuwige. En dit zijn de generaties van Noach—Noach was een rechtvaardig en puur mens in zijn generatie…” (Gen. 6:8-9 - mijn vertaling)

We weten hoe het verhaal afloopt. God geeft God Noach de opdracht om een ark te bouwen. Daarin slaat Noach een soort genetische databank op om de biodiversiteit na de Zondvloed te garanderen. God maakt een verbond met Noach en zijn familie en zij dobberen veertig dagen en nachten rond. Na 150 dagen slonk het water weer en kwam de ark tot rust en Noach kan eindelijk weer voet aan wal zetten. Dankbaar bracht Noach een offer tot God en God op Zijn beurt beloofd plechtig om de mensheid nooit meer te vernietigen (Gen. 7:21). Als bestendiging van dit prototype van de universele verklaring van de rechten van de mens zet God een regenboog in de wolken (Gen. 8:11-17). Eind goed al goed.

Waarom werd Noach gekozen voor deze taak? En wat hield zijn rechtvaardigheid in? Hoe rechtvaardig is iemand wanneer alles en iedereen om zich heen gecorrumpeerd is? De rabbijnen uit de Midrasj (B’reesjiet Rabba, hoofdstuk 9) zijn er niet over uit.

“Rabbi Jehoeda zei: in zijn generatie was hij een tzaddik (rechtvaardige) maar als hij in de generatie van Mozes of Samuel had geleefd dan was hij geen tzaddik geweest. Dit is als een parabel van iemand die een wijnkelder heeft. Hij opende een vat wijn en vond azijn. Hij opende een tweede en derde vat wijn en vond weer azijn. Zij zeiden tot hem, “het is zuur” waarop hij antwoordde, “en dit is het beste wat we hebben.” En dus was Noach in zijn generatie een tzaddik.” (Mijn vertaling)

Kortom: alles is relatief. Volgens Rabbi Jehoeda was Noach geen uitmuntende persoonlijkheid maar in vergelijking met de rest was hij de slechtste nog niet. Is dat acceptabel? Kan iemand goed zijn omdat de rest niet aan de morele standaard voldoet? Het lijkt me een povere reden om Noach als ‘tzaddik’ te bestempelen en wij kunnen ons afvragen of Rabbi Jehoeda Noach daarmee niet tekort doet.

Natuurlijk geeft dezelfde Midrasj nog een ander antwoord:

“Rabbi Nechemya zei, als hij in zijn generatie een tzaddik was, des de meer was hij een tzaddik geweest in de generatie van Mozes en Samuel. Dit is als een parabel over een fles met balsem, verzegeld met een dop en omwonden met draad. Deze fles was tussen graven (op een kerkhof) geplaatst en de geur (van de balsem) verspreidde zich door het kerkhof… des de meer was Noach de rechtvaardige van zijn generatie.” (mijn vertaling)

Rabbi Nechemya is genereuzer, al haalt hij wel een luguber voorbeeld aan: Noach was als een fles welriekende parfum in een vervuilde en stinkende omgeving. En zelfs ondanks de overweldigende stank wist Noach nog zijn geur te verspreiden. Ondanks de overweldigende slechtheid van de generatie van Noach, wist Noach zijn eigen morele gezag te handhaven. Stel je eens voor, zegt Rabbi Nechemya, als Noach eens had geleefd in de tijd van grootheden als Mozes en Samuel! Dan was hij een nog grotere tzaddik geweest. Noach had zoveel potentieel dat zelfs de slechte omstandigheden dat niet kon onderdrukken.

Als de stem van Rabbi Jehoeda het cultuurrelativistische argument weergeeft, dan suggereert de visie van Rabbi Nechemya dat er wel zo iets is als een absolute moraal of absolute goedheid; het soort goedheid dat niet gecorrumpeerd wordt door de omgeving. Rechtvaardigheid onderhandelt niet.

Beide rabbijnen hebben een punt. Vaak zijn we menselijk. Dan doen we het beste wat we kunnen doen onder moeilijke omstandigheden. Of soms hebben we geen beter inzicht omdat we beperkt worden door onze waarneming. Kunnen wij ons een wereld voorstellen zonder oorlog of geweld? Waar we niet gebonden zijn aan onze vooroordelen? Het is natuurlijk mooi om naar te streven. En dat is dan wat Rabbi Nechemya ook zegt. Rechtvaardigheid is niet relatief en zelfs in de meest verdorven omgeving zal echte rechtvaardigheid zegevieren. Als ik Noach (en het Verbond wat God via Noah met de hele mensheid sloot) zie als voorloper van universele ethiek, dan is dat een inspirerende gedachte, strevenwaardig.

 

 We hebben allemaal een stukje Noach in ons. Soms zijn we relatief en soms absoluut goed. Het is goed om naar het absolute te streven zonder het relatieve uit oog te verliezen. En we moeten het goede niet offeren in de zoektocht naar het volmaakte. Zelfs een klein beetje goedheid kan een groot verschil maken.



Ship Ahoy!

Nov. 8th, 2009 11:19 am
estherhugenholtz: Writing (Writing)
As a Dutch Jew who has done a fair bit of sailing myself, Edward Kritzler's book "Jewish Pirates of the Caribbean" was a double treat for me.



Judaism, the Holy Inquisition, the upstart Republic of the Netherlands and... pirates?!
This volatile mix is cemented into Kritzler's tour-de-force historical account that you simply can't put down once you've picked it up.

"Jewish Pirates of the Caribbean" maps out the journeys of intrepid Sephardi Jewish travelers: first as merchants and then later also as 'privateers' (pirates). Initially forced into the New World by the Inquisition, these Jews - as Kritzler puts it - carved out a niche for themselves in a hostile world. Kritzler, a Jewish Jamaican
historian and author, colorfully describes the Jews' momentous trek from being Spanish conversos (crypto-Jews) who followed Columbus in his wake to finding citizenry in the Republic of the Netherlands and England.

This beautifully-crafted book is an absolute page-turner and makes delicious (Shabbat) reading. The writing is gripping and there's the added bonus of infotainment; after all you pick up a chunk of Western history along the way. Kritzler's easy writing doesn't betray his rigorous scholarship (pages and pages of footnotes in the back). The book presents an engaging and educational account of the Age of Discovery and of the role of piracy. Not as peripheral as we are inclined to believe, pirates were cunning and entrepreneurial and were important actors during this historical epoch. Without wanting to romanticize the crueller aspects of piracy, the privateers did sometimes sow the seeds for proto-communalist or democratic structures (it is the
red flag raised on mutinous ships that became the symbol of Socialism) in their challenging of autocratic regimes.

Of course, none of this is entirely new to the reader. What is new and even inspirational to the reader is the Jewish role in all of this. Although it is well-known that Jews established themselves in the New World from early on, their role in privateering had not been much elucidated. To read about Jews who were unafraid to take destiny into their own hands and to stand up to the oppression they faced through courage, faith and wit is more than inspirational and is a story that can't be told often enough. Frankly, it will change your perception of Jews in the late Medieval, early Modern period.
The brilliance of Kritzler's book is that one is made to feel entirely sympathetic to the lot of the Jewish pirates (and merchants) even if they acquired their wealth and freedom through deceit and even violence. One cannot help but rebelliously feel solidarity in this sweeping saga pitted against the forces of bigotry.

My only real criticism of the book is both historical and political in nature. As sympathetic as I found the account of the Jewish rogue traders and sojourners, as lacking I found the account towards other minorities who suffered with (or sometimes even at the hands of) the merchants and pirates. The book mentions very little about the position and treatment of women and women only feature in the wings as prostitutes or wives. Also, lower class workers and immigrants into the New World receive very little treatment. More importantly, the book almost circumvents the issue of slavery and colonialism. Yes, the book mentions the maltreatment, abuse and annihilation of both Native Caribbean/American and imported African populations but only as a footnote in the greater Jewish narrative. Essentially, the spectular story in the book is the story of the elite. A repressed elite, but still an elite often commanding huge wealth needed to sway their fate.

This bias in the book bothered me on two levels: as an anthropologist, I don't find it a fair representation of facts. The stories of slaves and 'Indians' are just as relevant (if not more relevant) in how history was shaped. And as a Jew it made me uncomfortable: our suffering should immediately generate a concern for the sufferings of others. 
Jews, just like non-Jews at the time, were slave-traders and sometimes even owners. Fine ships, glittering gold and silver mines, grand houses, luxurious fabrics and spices that so evocatively illustrate this era in the book were produced by the blood, sweat and tears of these slaves. I don't think the author purposely or callously side-stepped this issue but it would have made the book all the richer, more nuanced and truly morally relevant if Kritzler would have made those connections.

Apart from this criticism, the book is simply a wonderful read: an incredible journey into a world both magical and real.
If you are interested in Caribbean and American history, in Judaism or simply in the guts 'n glory of the pirate world, this book is for you.
In short, pick up a copy and say arrrr!
estherhugenholtz: Me (Default)

There is an idea that in order for religion to remain relevant, religion should make the comfortable feel uncomfortable. The ability of Judaism to be self-aware, critical and iconoclastic is especially revealed in how the tradition shapes our ethics regarding the treatment of the stranger, the disempowered and the poor.

 

Of course, many of us are familiar with the Torah’s insistence to treat the stranger with compassion since we were strangers in Egypt. The Exodus is often invoked as a motive for social justice, by the small and great alike, including Dr. Martin Luther King. However, there is a narrative perhaps even more powerful and certainly more unsettling than the Exodus narrative. This is the narrative of Sarah, Abraham and Hagar in B’reishit (Genesis 16).

            The story of Sarah, Abraham and Hagar is unsettling because it really brings home the point of what it means to be an outsider. Our own tradition confronts us with our own failings and prejudices. We are forced to re-examine the characters of our beloved Patriarchs and Matriarchs and we are forced to acknowledge that even they didn’t always live up to the ethical standards that we hold dear.

 

The story of Hagar and Sarah is well-known. Abraham and Hagar fail to conceive a child and it is Sarah who takes the initiative to give her servant girl Hagar to her husband (Gen. 16:1-2):

 

וְשָׂרַי אֵשֶׁת אַבְרָם, לֹא יָלְדָה לוֹ; וְלָהּ שִׁפְחָה מִצְרִית, וּשְׁמָהּ הָגָר.

וַתֹּאמֶר שָׂרַי אֶל-אַבְרָם, הִנֵּה-נָא עֲצָרַנִי יְהוָה מִלֶּדֶת--בֹּא-נָא אֶל-שִׁפְחָתִי, אוּלַי אִבָּנֶה מִמֶּנָּה; וַיִּשְׁמַע אַבְרָם, לְקוֹל שָׂרָי.

 

“Sarai, the wife of Abram had not borne him children and she had an Egyptian maidservant and her name was Hagar. And Sarai said to Abram, behold now, the Lord has stopped me from bearing. Come please to my maidservant [so that] maybe I will be built up through her. And Abraham listened to the voice of Sarai.” (translation mine)

 

The epithet used to describe Hagar pointedly identifies her both according to her “race” and her “class”. She is an Egyptian maidservant, a person of lower status than Abram and Sarai (whose name, in fact, means “princess”). If Hagar (whose name is based on haGer, “the stranger”) is to bear Abram’s child, then why does the text choose to emphasize her social inferiority?

Rashi states: “She was a daughter of Pharaoh when she saw miracles done for Sarah and she said, ‘better to be a maidservant in this house than a mistress in another house.’” (translation mine)

 

The notion that Hagar is more than a mere maidservant but actually a daughter of Pharaoh sheds new light on an ancient and oft repeated dynamic: the relationship between the powerful and powerless, between Israel and Egypt. Is it coincidence that generations later, Moshe himself is rescued from the Nile’s watery embrace by “Bat Paro”, Pharaoh’s daughter?

 

In the light of our modern sensibilities, Rashi’s explanation of Hagar’s presence and even good fortune, to dwell in the household of Sarai, may be presumptuous. Is this the excuse we use to justify labor malpractices? To justify the employment of underpaid immigrant workers? Arguing that they are “fortunate” to dwell in our households? That they are better of as servants in our households and factories than masters in their own?

            Our sacred narrative challenges us to re-examine these assumptions. Maybe this is a case of middah k’neged middah (measure for measure), also known as poetic justice. After all, when our greatest spiritual leader was a mere infant, he becomes utterly dependent on the kindness of a daughter of Pharoah. Sarai “oppresses” Hagar and Hagar flees into the desert unknown (Gen. 16:6). Is this the kindness we should show the stranger among us?

 

The easiest compassion roused in our hearts is that which springs forth from our own traumas of oppression. This is why it is easy and perhaps even comfortable for us as the powerful and privileged to refer to the Exodus narrative as an ethical injunction on how to treat the stranger. After all, we were ourselves strangers in Egypt. But perhaps the most profound compassion comes from another, less expected, place. Perhaps it comes from a place of acknowledging that we too, can be the oppressors. As unsettling as this insight may be, it may provide us with real tools of respect and reconciliation: the awareness that we are all human and all part angel and part beast. The rest depends not only on the power dynamic in our lives, but thankfully also on our will to choose and do the right.

estherhugenholtz: Writing (Writing)
Deze post is de eerste in een series over Joodse websites. Het is de bedoeling om (Amerikaanse en Engelse) Joodse websites te recenseren en daarmee toegankelijker te maken voor een Nederlands publiek.

De eerste website die ik graag wil bespreken is
My Jewish Learning. Zowel voor leek als "professionele" Jood (en Joods-geinteresseerde) is deze site een onmisbare bron van kennis. MJL bestaat al een hele tijd en de interface is dan ook door de jaren heen veranderd maar het concept is het zelfde. In wezen is het een portal die toegang geeft tot verschillende Joodse thema's. Thema's variëren van typisch Joodse recepten ("hoe maak je matzeballen soep?") tot theologische bespiegelingen op de Joodse visies op het hiernamaals.

Eén van de krachten van MJL is ook iets dat het initiatief uniek maakt. Het is zoals ze dat zo mooi zeggen in het Engels: interdenominational. Niet gebonden aan een bepaalde stroming, herbergt de website artikelen en lemma's van Orthodoxe, Conservative, Reconstructionist, Reform en Seculiere auteurs. Voor ieder wat wils dus en MJL slaagt er goed in om deze informatie op een resepectvolle en eerlijke manier over te brengen. Wat dat betreft acht ik MJL als één van de meest neutrale en objectieve Joodse websites die ik ken en dat is een groot compliment.
Een ander sterk punt van MJL is dat complexe concepten eenvoudig en toegankelijk worden weergegeven. Ideeën van beroemde Joodse denkers, schrijvers en rabbijnen worden met behulp van citaten samengevat in korte en leesbare artikeltjes. Ook wordt er een 'getrapt' systeem gebruikt: wil je iets leren over een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld, kasjroet) dan kan je eerst de beginnersartikelen lezen en vervolgens doorklikken naar wat geavanceerdere lectuur.
Tevens is MJL een interactieve website: er staan fimpjes en clips op, o.a. van hoe je de Sjabbatkaarsen moet aansteken. Dit maakt de website bruikbaar voor jong en oud, beginneling en doorgewinterde 'lerner'.
Een derde pluspunt is dat MJL heel goed religieus en seculier Jodendom bij elkaar brengt. Er zijn veel artikelen te vinden over Zionisme, Joodse cultuur, Israëlische cultuur en Joods humanisme. Niet-religieuze Joden hoeven dus bij MJL niet in de kou te staan.

Twee kleine minpuntjes van MJL zijn de volgende: er zijn weinig tot geen hebreeuwse bronnen van primaire teksten (Bijbel, Talmoed, etc) en alles wordt in vertaling aangeleverd. Voor de geavanceerde student is dit een gemis. Ook vind ik de website esthetisch niet bijzonder; de blauw-witte interface is erg uitgekauwd en het design is niet spannend of bijzonder mooi.

Toch mogen deze kritische kanttekeningen de pret niet drukken. Voor Nederlandse lezers kan het Engels misschien af en toe een uitdaging zijn maar ik zou aanraden dat dit de Nederlandse lezer niet moet weerhouden om de website te bezoeken. MJL is een schatkist aan informatie. Of je nou een niet-Joodse scholier bent die gegevens moet verzamelen voor een spreukbeurt, of je nou een geinteresseerde Jood of Christen bent of zelfs wanneer je een rabbijn bent die even snel en overzichtelijk de bronnen en achtergronden van een bepaald thema wil weten (Ik zal verklappen dat ik de site als rabbinaal student zelf ook gebruik!) MJL heeft voor elk wat wils.

Ga dus gerust op onderzoek uit en laat jezelf heerlijk urenlang verdwalen op My Jewish Learning. Deze leuke, informatieve website maakt zijn belofte waar: je zal er altijd namelijk iets van leren.
estherhugenholtz: (Header)
Dit artikel verscheen eerder dit jaar (lente 2009) in Ha’Isha, het kwartaalblad van de National Council of Jewish Women, the Netherlands.

 

Het voelt nu onderhand zo normaal dat ik bijna zou vergeten hoe bijzonder het is om hier in de Verenigde Staten door vrouwelijke Joodse leiders omringd te worden. En niet zomaar vrouwen, maar uitgesproken en getalenteerde vrouwen die hun hart en hoofd schenken aan de traditie.

            In Amerika is de vrouwenemancipatie bij vrijwel elke joodse stroming doorgedrongen, en wordt als daglicht gefilterd door het prisma van de eigen interpretatie.

Bij de ultra-orthodoxe Chabad beweging is het inmiddels heel normaal dat vrouwen sji’oerim voor andere vrouwen verzorgen. Vrouwen schrijven boeken, geven les en inspireren andere vrouwen tot het doen van mitswot.

In de Modern Orthodoxie is er sinds kort een andere unieke ontwikkeling: in de avant-garde sjoel in Riverdale (New York) van de visionaire rabbijn Avi Weiss is ‘MarahatSara Hurwitz aangesteld. Deze jonge gelernde vrouw heeft een bijna-rabbinale titel gekregen en vervult een gemeenschapsrol die bijna identiek is aan dat van haar mannelijke collega’s.

Binnen de ‘progressieve’ stromingen van het Jodendom (Reform en Conservative), zijn de zaden van vrouwelijk leiderschap al een generatie geleden gezaaid ontspruiten, nu de eerste vruchten. Op mijn seminarie ben ik bevoorrecht om daar van te proeven.

 

En zo zet ik veel zoete vruchten aan mijn lippen. Op een zwoele Californische avond eind mei woonde ik de s’micha (ordinatie) van twaalf studiegenoten bij waarvan de helft vrouw waren. Tevens werden zij tijdens een prachtige en plechtige ceremonie trots toegesproken door een fiere dame in een roomwit mantelpakje: rabbijn Julie Schoenfeld, de nieuwe voorzitster van de ‘Rabbinical Assembly’, het besluitend orgaan van de Conservative beweging.

            De effecten van vrouwelijk leiderschap zijn te vinden op vele niveau’s, van hoog tot laag. Wie geeft mij Talmoed les? Een energieke vrouw, Janet Davis, die de stof tot in haar vingertoppen beheerst en vol overgave doceert. Wie is de assistent-decaan die capabel leiding geeft aan ons rabbinaal programma? Rabbijn Cheryl Peretz. Bij wie heb ik een snuffelstage gelopen op de sjieke Joodse Milken Community High School in Bel Air? Rabbijn Shawn Fields-Meyer, die tevens ons eerstejaars Choemasj met Rasji doceerde.

            Effecten creëren ook kansen. Als vrouw kreeg ik de kans om afgelopen jaar als campus rabbijn te werken, dwz vrijdagavond diensten te leiden en d’rashot te verzorgen. In een pluralistische omgeving was het vaak uitdagend om een elegante oplossing te vinden voor bijvoorbeeld de Orthodoxe studente die toch liever een man de dienst zag doen. Met respect voor en door compromis konden we tot een oplossing komen: ze zou genieten van het Kabbalat Sjabbat gedeelte aan het begin van de dienst en daarna zich discreet terugtrekken voor Ma’ariv, het avondgebed waarvoor een minje verlangd wordt. Ik had met de studenten op campus veel leuke discussies. En dat ik als vrouw aangesteld was bleek vaak niet eens het onderwerp te zijn.

            Vrouwelijk leiderschap in het Jodendom is niet alleen een kwestie van zingeving. Hoe geven wij vrouwen de traditie vorm? Wat voegen wij toe? Ik mocht dit een aantal keren op zeer ontroerende en intieme wijze ervaren als mikwe dame op campus. ’s Avonds had ik de eer om een aantal keer een vrouw naar het mikwe te begeleiden en haar te assisteren met haar dompeling. In het zachte licht van het sfeervolle mikwe mocht ik getuige zijn van een spirituele en persoonlijke mitswe. Als dit geen moment van vrouwelijk leiderschap was, wat dan wel?

 

Zo vangt ook mijn prisma het licht. Mijn traditie filtert en verwerkt de vrouwenemancipatie op egalitaire wijze maar dat is zeker niet de enige manier. Als ik in de Beit Midrasj (studiezaal) samen met mijn (mannelijke) chevroeta (studiepartner) mijn tanden bijt op een moeilijke passage uit de Talmoed, als ik ’s ochtends met talliet en tefillin een sjachariet dienst leid en de eeuwenoude gebeden zing dan voel ik mij bevoorrecht.

Net zoals de rabbijnen uit de Talmoed en de gebeden uit de siddoer zijn er verschillende methoden en een diversiteit aan minhagim, (gebruiken).

Gelukkig zijn wij hedendaags bij machte om die als vrouwen vanuit onze eigen keuze en traditie prachtig vorm te geven.

 

Dat is een dag in het leven van ‘de’ Joodse vrouw. ‘De’ Joodse vrouw bestaat natuurlijk niet. Maar wij kunnen haar, volgens het beste wat ieder van ons kan bieden, natuurlijk wel een beetje worden.  

estherhugenholtz: Personal and family (Hugenholtz)
Hier zijn een paar nieuwe downloads van artikelen:

-
Artikel over Kasjroet in verleden en heden in theologisch tijdschrift 'Interpretatie'.
-
Nieuw artikel in Kol Mokum, het kwartaalblad van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam over mijn ervaringen als immigrant in de VS.
- Tevens kan men hier een kort interview in Trouw lezen over mijn Joodse spiritualiteit.

Oudere artikelen en downloads vind u
hier.

Profile

estherhugenholtz: Me (Default)
Esther Hugenholtz

January 2011

S M T W T F S
      1
2345678
9101112131415
16171819202122
232425 26272829
3031     

Most Popular Tags

Style Credit

Expand Cut Tags

No cut tags
Page generated Jun. 9th, 2025 12:28 am
Powered by Dreamwidth Studios